De dagen worden weer korter, het weer slechter en de meeste wedstrijden zijn voorbij. Voor veel duursporters begint off-season weer bijna. Tijd dus om ook terug te kijken op het afgelopen sportseizoen – maar waar begin je?
Als je wordt begeleid door Science2Move, maak je gebruik van TrainingPeaks. Ondanks dat er meer komt kijken bij een seizoenevaluatie, is TrainingPeaks een uitstekend startpunt. Door de data in TrainingPeaks goed te gebruiken, creëer je meer inzicht in je seizoen en je trainingen.
1. Begin met je doelen: wat wilde je bereiken?
Elke evaluatie start bij de doelen die je aan het begin van het seizoen hebt opgesteld.
- Waren die doelen SMART (specifiek, meetbaar, acceptabel, realistisch, tijdgebonden)?
- Waren ze prestatiegericht (bijv. een PR op een afstand, doelwattages, of een resultaat in een wedstrijd) en/of procesgericht (bijv. trainingsconsistentie, trainingsvolume)?
Heb je de gestelde doelen bereikt? Waren deze achteraf gezien haalbaar, reëel, of uitdagend genoeg?
2. Objectieve data: wat zeggen de cijfers?
Via het TrainingPeaks Dashboard kun je verschillende grafieken genereren die een beeld geven van jouw jaar of seizoen:
- Via de Performance Management Chart kun je een helder overzicht krijgen van jouw trainingsbelasting over het volledige seizoen.
- CTL (Chronic Training Load) – je langdurige fitnessniveau/ conditie.
- ATL (Acute Training Load) – je korte-termijn vermoeidheid.
- TSB (Training Stress Balance) – je vorm of “frisheid”.
Mits je de gegevens goed bijgehouden hebt (bijv. FTP) en alle trainingen geüpload hebt, kun je deze grafiek gebruiken om een beter beeld te krijgen van de opbouw van je trainingsbelasting en je piekmoment(en). Op je piekmoment(en) dient de TSB scoren ongeveer tussen de +15 en +25 te liggen. Tijdens je trainingen ongeveer tussen de -10 en -30. Ligt de waarde onder de -30? Dan kan het zijn dat je trainingsbelasting té hoog is. Ligt de waarde hoger dan +25 tijdens je piekmoment? Dan kan het zijn dat je té veel aan conditie ingeboet hebt. Zie ook: Voortgang & trainingsbelasting: TSS, ATL, CTL & TSB – Science2Move
- Vermogensduurcurve (Power Duration Curve), tempo-duurcurve en/of hartslag-duurcurve.
Deze curve laat zien wat je maximale vermogen, tempo of hartslag was over verschillende tijdspannen (van 5 sec tot uren). Ben je een pure sprinter? Dan kijk je meer naar je maximale (5-seconde) sprintwaarden. Ben je een (halve) marathonloper? Dan kijk je naar je beste 2-4 uur tempo. Vergelijk de huidige curve met die van vorig jaar en aan het begin van het seizoen om te zien in welke duur je sterker bent geworden. Ben je verbeterd op in de ‘juiste duur’? En komt dit overeen met je gestelde doelen?
- Aerobe efficiëntie (Efficiency Factor & Pw:Hr)
De Efficiency Factor (EF) zet vermogen of looptempo af tegen hartslag. Normaal zal je hartslag gedurende een seizoen daleno.v. eenzelfde vermogen en/of het tempo. Je hart gaat o.a. krachtiger pompen, waardoor het minder vaak hoeft te pompen om eenzelfde hoeveelheid bloed naar de spieren te krijgen. Pw:Hr (decoupling) laat zien hoe goed je inspanning stabiel blijft tijdens een training of een geselecteerd interval. Normaliter zal de hartslag stijgen gedurende de inspanning. Als je beter getraind bent, zal dit minder zijn. Zie ook: Efficiency Factor and Decoupling | TrainingPeaks
- Testen
Gebruik resultaten van inspanningstesten, FTP-testen en/of krachttesten om te zien of je vooruit bent gegaan gedurende het seizoen.
- Andere data
Heb je een smartwatch? Dikke kans dat je dan ook meer inzicht krijgt in je slaappatronen, HRV-status en andere meetwaarden. Door deze te koppelen aan je prestatiedata, krijg je een beter beeld van je seizoen en mogelijke verklaringen voor top- of mindere prestaties.
3. Subjectieve inzichten
Cijfers vertellen niet alles. Gebruik gevoels-, stress-, motivatie- en andere scores om in welzijn in kaart te brengen. Ben je wellicht geblesseerd of ziek geweest gedurende het seizoen? Door deze te koppelen aan TSS of CTL zie je direct of hoge belasting leidde tot slechter herstel of motivatie, of welke invloed slecht herstel en/of blessures hadden op je trainingsopbouw – waardevolle info voor je volgende seizoen. Kijk terug naar opmerkingen die je bij specifieke trainingen hebt geplaatst. Is er een verband te herkennen in positieve of negatieve uitschieters? Deze inzichten helpen verklaren waarom je op bepaalde momenten presteerde of juist niet.
De echte waarde ontstaat als je beide perspectieven samenbrengt. Misschien zie je dat je een mindere maand had in juni, maar dat je dan ook een erg drukke periode had op het werk – een teken dat je hier volgend seizoen rekening mee moet houden.
4. Voorbereidingen
Kijk niet alleen naar data en je trainingslogboek. Evalueer ook je (wedstrijd)voorbereiding. Klopte je routine in aanloop naar je wedstrijd/doel? Was je materiaal op orde? Klopte je pacingplan? En je voedingsstrategie? En ook niet onbelangrijk: hoe was de interactie met je coach?
5. Vertaal je inzichten naar volgend seizoen
Gebruik je bevindingen om realistische doelen te stellen en prioriteiten te bepalen voor het volgende seizoen. Denk aan trainingsvolume, wedstrijdplanning en mentale balans. Zo bouw je niet alleen aan betere prestaties, maar ook aan een duurzamer sportjaar.
Kijk niet alleen naar wat er beter kon, maar juist ook naar wat er wel goed is gegaan! Ook als je je doelen niet bereikt hebt, zijn er immers genoeg goede dingen die je mee kunt nemen naar volgend seizoen! Maak daarbij ook weer onderscheid tussen prestatiedoelen (PR’s) en procesdoelen (consistente training, herstel, belastingstabiliteit).
Hulp nodig bij jouw seizoensevaluatie?
Neem dan contact met ons op: