Help, mijn conditiescore gaat achteruit!

Allemaal leuk en aardig, dat zwart-wit, of gepolariseerd trainen. Je traint de juiste energiesystemen, je traint misschien zelfs minder dan voorheen, maar nu gaat je conditiescore achteruit! Dat kan toch zeker niet de bedoeling zijn?

Veel apps maken tegenwoordig gebruik van een score om je conditie en/of trainingsbelasting in kaart te brengen. Super handig om progressie in de gaten te houden. Er zijn echter wel wat mitsen, maren en valkuilen. Het is dan ook goed om de betekenis van de volgende begrippen in grote lijnen te kennen:

  • FTP (de functionele threshold power): het maximale vermogen dat jij over één uur (gemiddeld) kunt trappen.
  • TSS (training stress score): dit is een berekening van de trainingsbelasting. In deze berekening worden de duur en relatieve intensiteit ten opzichte van je FTP meegenomen. Let wel; overige stressfactoren, vorm van de dag etc. worden hier uiteraard niet in meegenomen!
  • ATL (acute trainingsbelasting): dit is de gemiddelde trainingsbelasting (TSS) over de afgelopen 7 dagen.
  • CTL (chronische trainingsbelasting): dit is de gemiddelde trainingsbelasting (TSS) over de afgelopen 42 dagen. Dit wordt vaak ook als een soort ‘conditiescore’ gezien.

Take home message!

De belangrijkste kanttekeningen bij bovengenoemde waarden en scores zijn:

  • Het gaat hier in alle gevallen om berekeningen. Andere stressfactoren, vorm van de dag etc. worden hierin uiteraard niet meegenomen. Twee exact dezelfde trainingen, met eenzelfde TSS, kunnen dan ook heel verschillend aanvoelen.
  • Omgekeerd kunnen twee verschillende trainingen, met eenzelfde TSS, ook heel verschillende trainingseffecten teweeg brengen!

Een voorbeeld:

Je persoonlijke trainingszones en FTP-waarde kunnen een grote invloed hebben op de berekende trainingsbelasting van je trainingen. De gekozen waarden zijn ter illustratie. Deze berekening geldt dan ook zeker niet (in dezelfde mate) voor iedereen.

In dit voorbeeld staan twee trainingen gepland. Beide trainingen bestaan uit dezelfde warming up (20 minuten) en cooling down (10 minuten) met dezelfde intensiteit. De zone 3 training bestaat verder uit 2 uur constant (laag) zone 3 tempo. De thresholdtraining bestaat uit 6 (!) intervallen van 10 minuten met 5 minuten rust tussen de intervallen. De intensiteit van deze intervallen ligt net boven FTP (zone 4). De trainingsbelasting (TSS-score) voor beide trainingen is 113T. Dat wil dus zeggen dat de betreffende sporter één uur op een wattage boven FTP zou moeten fietsen om ongeveer een even grote trainingsbelasting te bewerkstelligen als een training met 2 uur (laag) in zone 3. En 60 minuten boven FTP doet pijn, heel veel pijn. Ook met 5 minuten rust tussen de intervallen.

Het hangt dus allemaal van je doel af: wil je goed presteren tijdens jouw sportieve uitdaging, of wil je jouw conditiescore verbeteren? In dat laatste geval zullen 3 tempotrainingen in de week hun werk doen, maar of dat efficiënt trainen is…

Meer weten over onze inspanningstest?

Wil jij ook optimaal trainen?
Neem gerust contact met ons op via info@science2move.nl!