Hersenfunctie en ademhaling

Je ademhaling heeft een grote invloed op verschillende processen in het lichaam. Niet alleen om voldoende zuurstof naar je spieren te krijgen, maar bijvoorbeeld ook om CO2 af te voeren. Op die manier houdt het lichaam verschillende belangrijke evenwichten in stand. Met een reden.

De hoeveelheid lucht die je in- en uitademt wordt uiteindelijk bepaald door twee variabelen: het ademteugvolume en de ademhalingsfrequentie. Een bepaald volume kan namelijk bereikt worden door diepere ademteugen en een langzamere ademhaling, of juist door een kleiner teugvolume en een snellere ademhaling.

Op het eerste oog lijkt het verschil wellicht niet heel groot. Je verwerkt immers evenveel lucht. Toch heeft het ademhalingspatroon een belangrijk effect op jouw functioneren. Als je oppervlakkig – snel en niet diep – ademt, adem je namelijk ook relatief veel CO2 uit. Dit kan, zeker in het geval van hyperventilatie, leiden tot een afname van de CO2-concentratie in het bloed. Té veel CO2 in het bloed is niet goed. Té weinig evenmin. Het lichaam houdt namelijk niet van verandering en probeert te grote veranderingen te voorkomen. Dit wordt ook wel homeostase genoemd.

Het lichaam zal proberen de CO2-concentratie in het bloed weer te laten stijgen. De verlaging van de CO2-concentratie in het bloed zal daarom leiden tot het (licht) ‘samenknijpen’ van bloedvaten. Er wordt daardoor minder bloed rondgepompt naar bepaalde delen van het lichaam, waardoor afvalstoffen en CO2 dus minder snel verwijderd worden. Hierdoor zal de CO2-concentratie in het bloed weer toenemen.

Door de (lichte) vernauwing van deze bloedvaten kunnen er echter ook minder zuurstof en voedingsstoffen getransporteerd worden. Dit mechanisme geldt ook voor de bloedvaten die naar je brein lopen! Het kan ertoe leiden dat bijvoorbeeld het reactievermogen afneemt. Goede coördinatie van je ademhalingspatroon kan daarom zeker positieve effecten hebben.

 

De Pnoe-score:
Pnoe berekent jouw ‘score’ op basis van algoritmen. Er wordt hierbij zonder nuance naar de data gekeken. Ook wij weten niet precies hoe deze algoritmen zijn opgebouwd. Bij Science2Move geloven we in een persoonlijke aanpak. Daarom proberen we de testscores zoveel mogelijk toe te lichten en waar mogelijk te verklaren. Onze data-analyse komt dan ook zeker niet altijd overeen met de scores van Pnoe!

Voor de hersenfunctiescore richt het algoritme van Pnoe zich met name tot de ademhalingsfrequentie en CO2-afgite tijdens verschillende inspanningszones. Deze parameter is tevens gekoppeld aan de ‘stabiliteitsscore’, waarbij vooral gekeken wordt naar het ademteugvolume.

 

Een afname van de CO2-concentratie in het bloed kan bij bijv. hyperventilatie inderdaad een effect hebben op bepaalde cognitieve functies. Een bepaalde mate van verhoogde ademhaling tijdens en na inspanning is echter normaal en zeker niet per definitie ‘hyperventilatie’. Enige nuance is daarom op zijn plaats bij het interpreteren van deze Pnoe-score.